Wat is IVF? | Jeroen Bosch Ziekenhuis (2024)

Stimulereneierstokken

Voor een IVF-behandeling hebben we meerdere eicellen nodig. Normaal gesproken komt er maar één eicel vrij per cyclus. Met meerdere eicellen wordt de kans op bevruchting groter. U krijgt hormooninjecties die ervoor zorgen dat uw eierstokken meer eicellen laten rijpen.

Opzuigeneicellen

Wanneer de eicellen rijp zijn, halen we de eicellen uit de eierstokken. Dit gebeurt door middel van een punctie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis.

Bevruchting

We brengen de eicellen samen met de zaadcellen. Dit gebeurt in het laboratorium van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ)in Tilburg.

Terugplaatsingbevruchte eicellen in de baarmoeder

Als de bevruchting heeft plaatsgevonden plaatsen we één of twee embryo’s in de baarmoeder terug. Dit doen we 3 tot 5 dagen na de punctie. Ook dit gebeurt in het ETZ in Tilburg.

Uitslag

Nu volgen er 2 spannende weken, bent u zwanger of niet? Twee weken na de terugplaatsing kunt u thuis een zwangerschapstest doen met ochtendurine. U krijgt een telefonische afspraak met de verpleegkundige om de uitslag van deze zwangerschapstest te bespreken.

Bent u wel ongesteld geworden, dan is de IVF-behandeling helaas niet gelukt. We bespreken dan meteen wat u verder gaat doen.

Bij de IVF-behandeling krijgt u medicijnen die ervoor zorgen dat de eierstokken meerdere eitjes laten groeien. Hiervoor zijn meerdere soorten medicijnen nodig.

• Ethinylestriadiol / Levonorgestrel. Dit is ‘de pil’. Hiermee leggen we de eierstokken gedurende een cyclus stil. We kunnen zo de behandeling beter plannen.
• GnRH agonist injecties; deze onderdrukken de eigen hormoonproductie en voorkomen ze een vroegtijdige eisprong. Merknamen zijn bijvoorbeeld Decapeptyl en Triptofem. Dit geneesmiddel kan vervangen worden door GnRH antagonist injecties(Orgalutran® of Cetrotide®).
• Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) injecties; deze helpen de eierstokken om eitjes te laten groeien. Voorbeelden zijn: Rekovelle, Gonal-F en Menopur®.
• Ovitrelle® injectie. Dit medicijn bevat het hormoon HCG en wordt via een injectie gegeven. Het zet de laatste rijpingsfase in gang. Na ongeveer 40 uur vindt normaal gesproken de eisprong plaats. Bij de IVF-behandeling worden de eicellen enkele uren voor de eisprong uit de eiblaasjes gezogen via een punctie.
• Progesteron. Dit medicijn zorgt voor een goede opbouw van de binnenbekleding van de baarmoeder. De opbouw bevordert een goede innesteling van het embryo. Het zijn capsules die u vagin*al moet inbrengen. Doordat u de medicijnen inbrengt via de vagin* heeft u minder last van bijwerkingen. Helaas krijgt u door het vagin*le gebruik wel vagin*le afscheiding. U kunt inlegkruisjes gebruiken als u dit nodig heeft.

Bijwerkingen

De verschillende medicijnen kunnen tijdelijke bijwerkingen geven. De meest gehoorde klachten zijn hoofdpijn, branderigheid of roodheid op de plaats van injectie. Ook algehele moeheid, buikpijn, gespannen borsten, vocht vasthouden (en daarom aankomen in gewicht) en emotionele labiliteit kunnen voorkomen.

Op deze pagina's kunt u instructies vinden voor het zetten van de injecties.

• Cetrotide
• Decapeptyl
• Gonal-F
• Gonasi
• Gonasi ENG
• Lutrelef
• Menopur
• Meriofert
• Ovitrelle
• Orgalutran
• Prolutex
• Rekovelle

Bij de IVF-behandeling worden risico’s gevormd door zowel de hormonen als de punctie. Ook het aantal teruggeplaatste embryo’s speelt een belangrijke rol.

Hormonen

U gebruikt medicijnen die ervoor zorgen dat de eierstokken meerdere eiblaasjes laten groeien. De eierstokken kunnen hierop te heftig reageren. Dit kunnen we zien tijdens een echocontrole. Het kan zijn dat de eierstokken na de punctie nog sterker opzetten en vocht gaan afscheiden in de buikholte. Dit noemen we overstimulatie. U kunt dan last hebben van:

• een opgezette buik;
• buikpijn;
• misselijkheid;
• braken;
• sterke gewichtstoename (>1kg/dag);
• kortademigheid;
• weinig en donker gekleurde urine.

Punctie

Een punctie is een technische ingreep. Iedere ingreep heeft een bepaald risico. De risico’s van een punctie zijn klein. Heel af en toe vindt er een bloeding of een infectie plaats. We helpen u dan meteen verder.

Laboratorium

Hoewel er in het laboratorium uiterst voorzichtig te werk gegaan wordt met eicellen, zaadcellen en embryo’s blijft IVF mensenwerk. Hierbij worden toch zeer zelden menselijke fouten gemaakt.

Embryo's

Zoals eerder aangegeven bestaat er een kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschap geven meer risico’s voor de vrouw en de baby’s. Daarom hebben we een strikt terugplaatsingsbeleid. In de meeste gevallen plaatsen we één embryo terug. Bij terugplaatsing van twee embryo’s is de kans op een tweeling ongeveer 25% en op een drieling 1%. Dit laatste kan gebeuren als een van de embryo’s zich ontwikkelt tot een één-eiige tweeling. Daarnaast is er een kans van 20% op een miskraam en 5% op eenbuitenbaarmoederlijke zwangerschap.

De kans op een kind met een aangeboren afwijking is in het algemeen 3-4%. Bij IVF en ICSI is die kans ongeveer 1% hoger. De gynaecoloog of arts Voortplantingsgeneeskunde heeft geen invloed op de uitkomst van de IVF/ICSI-behandeling. Tijdens uw zwangerschap kunt u een aantal testen doen.

Op lange termijn is er voor vrouwen die een IVF-behandeling ondergaan de kans op bepaalde tumoren van de eierstokken iets verhoogd. De kans op borstkanker is met een IVF-behandeling niet meer dan bij andere vrouwen.